Op 9 december j.l. was het al weer zes jaar geleden dat we op de Bliksteeg 1 in Noordijk met Hof van Moeder Aarde begonnen. En we zijn ons nieuwe levensjaar – net als veel andere huishoudens en bedrijven in Nederland – meteen met een flinke uitdaging begonnen. Eind november ontvingen we namelijk de nieuwe energietarieven voor 2023.
Door de stijgende energie-prijzen dreigt onze energierekening in 2023 (ten opzichte van 2022) met € 50.000 te stijgen tot een totaalbedrag van ca. € 80.000. Dat is ca. 30% van onze jaaromzet. En veel meer dan we ons (structureel) kunnen veroorloven.
Deze uitdaging dringt en dwingt ons om het komende jaar zoveel mogelijk tijd, geld en energie te mobiliseren en investeren in ons leidende principe ‘duurzaam doen’. We beschouwen de stijgende energie-prijzen dus maar als een stevige duw in de richting die we toch al op wilden ;-).
Stap 1: Meten is weten
Ons elektriciteitsgebruik is de afgelopen jaren flink gestegen: van een kleine 40.000 kWu in 2018 tot een kleine 70.000 kWu in 2022 met een piek van 80.000 kWu in 2021. In dezelfde periode schommelde ons gasgebruik rond de 10.000 kuub per jaar, met een piek van ruim 13.000 kuub in 2021 en een dal van 8.500 kuub in 2022.
De stijging van het elekticiteitsgebruik lijkt op het eerste gezicht vooral te wijten aan het feit dat sinds 2018 steeds meer mensen Hof van Moeder Aarde hebben weten te vinden. De stijging van het elektriciteitsgebruik gaat namelijk min of meer gelijk op met de stijging in de bezettingsgraad van onze jaar-, seizoens- en kampeerplaatsen, recreatieverblijven en groepsaccommodatie. Een deel van de prijsstijging kunnen we als coöperatie dus compenseren door de energie die onze gasten gebruiken bij hen in rekening te brengen (zie stap 2). Maar … daarvoor hebben we dan wel betrouwbare elektriciteits- en gasmeters nodig. Die hebben we bovendien nodig om helder te krijgen waar ‘de rest’ van de energie in gaat zitten. En om weloverwogen keuzes te kunnen maken in de veelheid aan mogelijke maatregelen om energie te besparen (zie stap 3 en 4) en zelf energie op te wekken (zie stap 5).
Al voordat we de nieuwe energietarieven voor 2023 ontvingen, zijn we begonnen met het vervangen van de elektriciteitskasten op de kampeervelden. Het afgelopen jaar hadden we steeds vaker stroomuitval door storingen in defecte kasten, dus ze waren nodig aan vervanging toe. Bijkomend voordeel van de nieuwe kasten is dat we nu meteen voor elke kampeerplek cq recreatieverblijf een eigen stroom-meter kunnen installeren.
Om – naast het stroomverbruik op onze kampeervelden – ook het gasverbruik van bewoners en gasten in onze gebouwen beter te kunnen meten, plaatsen we deze winter voor elke gasgestookte CV-ketel en/of boiler een eigen gasmeter. Ook in een deel van de meterkasten in de gebouwen zullen – in combinatie met een andere indeling of vervanging – (extra) meters plaatsen om meer inzicht in het elektriciteitsgebruik te krijgen.
We prijzen ons gelukkig dat we een bewoner hebben die een groot deel van deze werkzaamheden zelf kan uitvoeren. Desondanks vraagt deze eerste stap al een investering van ca. € 12.000 aan materiaalkosten.
Stap 2: Energieverbruik doorrekenen aan gebruikers
Van het begin af aan is ons streven geweest om energiekosten zoveel mogelijk door te rekenen aan de gebruikers van energie. Door stap 1 te zetten, is dat vanaf 1 januari 2023 ook daadwerkelijk mogelijk.
Onze verwachting is dat mensen minder energie zullen verbruiken wanneer zij zich bewust zijn van de omvang en kosten van hun energieverbruik en de kosten voor het energieverbruik zoveel mogelijk naar hen worden doorgerekend.
Stel dat dit op jaarbasis een besparing van 10.000 kWu oplevert. Bij de huidige energieprijzen (€ 0,90 per kWu) verdienen we de investering in nieuwe elektriciteitskasten met meters dan in 1,25 jaar terug. En ook als bewoners en gasten dit niet minder verbruiken, dan komt er in elk geval € 9.000 per jaar extra aan inkomsten binnen. Waardoor we de investering in nieuwe kasten met meters dan ook in 1,25 jaar terug verdienen.
Stap 3: Verplichte energiebesparende maatregelen doorvoeren
Doordat ons elektriciteitsgebruik tot boven de 50.000 kWu gestegen is, moeten we aan de wettelijke energiebesparingsplicht voldoen. Dit komt er op neer dat we alle investeringen die zich binnen 5 jaar terug kunnen verdienen moeten doen. Aan deze plicht kunnen we voldoen door alle maatregelen uit de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML) van de overheid uit te voeren die op ons van toepassing zijn.
Dat is nog een extra duwtje in de goede richting. Geen ‘duw’ maar een ‘duwtje’ omdat – na bestudering van 28 categorieën met in totaal 176 maatregelen – blijkt dat onze twee hoofdgebouwen zo oud zijn, dat veel voor de hand liggende maatregelen in ons geval niet van toepassing, onrendabel of onmogelijk zijn zonder dat er eerst bouwkundige aanpassingen gedaan worden. En daardoor nog niet binnen 5 jaar terug te verdienen zijn. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om maatregelen als het isoleren van spouwmuren (hebben we niet), verwarming door middel van een warmtepomp (vereist een goed geïsoleerde woning), het zelf stroom opwekken door middel van zonnepanelen (vereist een dakconstructie die stevig genoeg is) en vervanging van enkel of dubbel glas door HR++-glas.
Elk nadeel heeft zijn voordeel. In ons geval is het voordeel dat niet de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML) van de overheid bepaalt wat we moeten doen, maar dat we onze eigen prioriteiten kunnen stellen.
Wat we op grond van de energiebesparingsplicht nog wel moeten doen, zijn een paar aanpassingen in de verlichting en de warmte- en warm watervoorziening.
Stap 3.1 Verlichting aanpassen
Alle niet led-lampen (inclusief alle spaar-lampen) moeten door led-lampen vervangen worden.
Waar zinvol moeten we een aanwezigheidsdetectie (ofwel: bewegingssensor) en/of tijdschakelaar plaatsen, zodat lampen niet onnodig of onnodig lang blijven branden.
Uit een eerste inventarisatie blijkt dat we in totaal 97 lampen hebben, waarvan nog ca. 40 lampen geen led-lamp zijn en dat het op 8 plekken nog zinvol kan zijn om een bewegingssensor en/of tijdschakelaar te plaatsen.
Stap 3.2 Isoleren van warm water leidingen
Wat we op korte termijn ook moeten (en willen) doen, is het isoleren van alle verwarmings- en warm tapwater-leidingen. Een deel van deze leidingen is al geïsoleerd, maar een deel ook nog niet. En de leidingen die al wel geisoleerd waren, blijken nog niet overal goed geisoleerd te zijn. Ook op dit punt kunnen we op korte termijn dus energie-winst boeken.
Stap 4: Overige mogelijkheden voor energiebesparing inventariseren en evalueren
Hierbij kijken we niet alleen naar de maatregelen die in de EML van de overheid staan, maar gebruiken we natuurlijk ook ons gezonde boerenverstand. Bovendien nemen we ook de tips die we van anderen (zoals onze vaste gasten of installateur) krijgen ter harte. Dit heeft tot nu toe de volgende ideeën opgeleverd, waarvan we een deel ook al hebben uitgevoerd.
- het aantal lichtpunten in en rondom onze gebouwen (nog verder) beperken
- de lantarenpalen op ons terrein weg halen, zodat we tijdens heldere nachten nog meer van de sterrenhemel boven Hof van Moeder Aarde kunnen genieten ;-).
- de verwarming in ons woonhuis als we overdag thuis zijn op 16 graden zetten*
- de verwarming in ons woonhuis ’s nachts en als we overdag niet thuis zijn op 12 graden zetten*
- een – op de grond staande – convector-radiator vervangen door een – aan de muur hangende – plaat-radiator*
- ’s nachts en bij hevige vorst ook overdag de (rol)luiken voor de ramen doen*
- de steens muren van het Voorhuis in de boerderij van binnenuit met houtvezelplaten isoleren
- de dubbel glas-ramen in het Voorhuis vervangen door HR++-glas
- een warmtepomp naast de CV-ketel in de boerderij hangen (hybride opstelling)
- een zwaar gordijn rondom het trapgat in de woonkamer hangen
- de enkel glas-ramen in het Bakhuis vervangen door HR++-glas
- het dak van het Bakhuis vervangen door een beter geïsoleerd dak
- de steens muren van het Bakhuis van buitenaf met pur-platen isoleren
- de verwarming in de groepsaccommodatie en workshopruimte op 8 graden zetten als er geen groepen zijn*
- de boilers in de groepsaccommodatie uit zetten als er geen groepen zijn*
- de enkel glas-ramen op de begane grond in groepsaccommodatie Jade vervangen door HR++-glas
- La Cantina onverwarmd laten
- diverse oude koel- en vrieskasten (met een jaarverbruik van 600 kWu of meer) vervangen door nieuwe modellen met een jaarverbruik van 150 kWu of minder
- de enkel glas-ramen in workshopruimte Amethist vervangen door HR++-glas
- de half steens muren van workshopruimte Amethist van binnenuit isoleren met houtvezel-platen
- de gasboiler bij sanitairgebouw 2 door een warmtepomp-boiler vervangen
De met een * gemarkeerde ideeën hebben we al uitgevoerd. De overige ideeën hebben we nog in afweging en/of voorbereiding. In de afweging tussen de verschillende alternatieve mogelijkheden zal het gas dat we per gebouw voor de verwarming verbruiken een belangrijke rol spelen. We beginnen in januari dus eerst met meten!
Stap 5: Zelf energie opwekken
Bij zelf energie opwekken, kunnen we onderscheid maken tussen het zelf opwekken van warmte of elektriciteit.
Hoe warmte opwekken?
Doordat onze oude gebouwen relatief slecht geïsoleerd zijn en het goed isoleren van de schil een grote investering vraagt, zijn deze gebouwen voorlopig aangewezen op hoge temperatuur-verwarming. Alternatieven voor een gasgestookte CV-ketel zijn in dit geval:
- een hybride opstelling van een gasgestookte CV-ketel in combinatie met een warmte-pomp (per gebouw),
- een pallelkachel, leemkachel of rocket-stove (per te verwarmen ruimte) of
- een houtgestookte CV-ketel voor meerdere gebouwen.
Weet jij een beter alternatief? Dan horen of lezen we dat heel graag!
Hoe elektriciteit opwekken?
De meest voor de hand liggende oplossing is zonnepanelen op het dak van de werkschuur leggen. Daarmee zullen we in de periode dat we het meeste elektriciteit gebruiken (in de zomervakantie) ook de meeste stroom kunnen opwekken. Voordat we dat kunnen doen, zal de constructie van dit dak echter eerst verstevigd moeten worden. Bovendien hebben we bedenkingen bij het toekomstige afval dat we zo creëren door de nog niet recyclebare onderdelen van zonnepanelen en de straling (elektro-magnetische velden) die bij het opwekken van zonnestroom vrij komen. Op korte termijn lijkt er echter geen beter alternatief te zijn.
Alternatieve ideeën waar we mee spelen zijn:
- een kleine windmolen (ca. 25 meter hoog) in samenwerking met onze buurman-boer, die in plaats van zonnepanelen liever een paar kleine windmolens heeft,
- accu’s opladen met (sport)fietsen.
Weet jij een beter alternatief? Dan horen of lezen we dat heel graag!